Ik durf kijken,
wie zit daar in de zaal?
Heel veel muziek,
wat een kabaal.
Ik durf dansen
op het podium
donker en hoog.
Hoor je een liedje
van de regenboog?
Ik durf praten
met een micro in mijn hand.
Lekker luid roepen,
plezant, plezant!