We gaan op
berenjacht.
We gaan een hele
grote vangen.
Wat een prachtige
dag.
Wij zijn niet bang !
O jee! Gras!
Lang, wuivend gras.
We kunnen er niet
boven.
We kunnen er niet
onder.
O nee!
We moeten er dwars
doorheen.
Zwieperdezwiep!
Zwieperdezwiep!
Zwieperdezwiep!
(idem met rivier: Plenserdeplons)
(idem met modder: Flapperdeflop)
(Idem met bos: Struikeldestruik)
(idem met sneeuw: Loeierdeloei)
(idem met Grot: Sluiperdesluip)